Pamela Kribbe channelt moeder Aarde
Lieve mensen, ik ben Moeder Aarde. Ik ben hier te midden van jullie. Ik ben in de grond onder jullie voeten. En ik ben ook in de zon die uitbundig schijnt, in de bomen, de planten, de bloemen, in alle elementen om je heen. Ook hier in deze kamer, in deze ruimte. Zie mij maar staan. Gebruik een beeld om mij samen te vatten. Zie in het midden van deze ruimte een vrouw staan: dat ben ik; het geeft niet hoe je mij vorm geeft. Neem het eerste beeld dat in je op komt, waarvan je voelt: dat is ze, dat is Moeder Aarde.
Voel mijn blijdschap, mijn vreugde...
In mijn ziel leeft vrolijkheid. Die wil ik met jullie delen. Ondanks alles wat er gebeurt op en met de Aarde is er liefde en vreugde in mijn hart. Want ik weet dat er een oneindig groter plan is
waarbinnen alles zich afspeelt. Ik weet: het leven is goed, is rechtvaardig, is mooi zoals het is.
Vandaag wil ik het hebben over het gebied waarin de meeste pijn ligt opgeslagen, het onvermogen om echt te ontvangen, om jezelf diep en waarachtig te omarmen in waar je staat: het gebied van de buik.
Ga er maar naar toe met je bewustzijn. Stel je voor dat jouw bewustzijn een pijl heeft, een pijl van aandacht, een focus. Daal maar neer vanuit je hoofd, door je ruggengraat heen, naar je middel toe … en nog dieper, totdat je aanbelandt in je buik. Vul je buik nu met de energie van je aandacht. Kijk ook even of je met je ademhaling je buik kunt aanraken, heel licht en zacht. Laat je adem in je buik landen en voel je eigen stevigheid. Voel hoe je buik jou verbindt met de Aarde.
Op een bepaalde manier is dat het diepste punt van je lichaam, het punt waar je diepste emoties zich openbaren. Ga daar maar naar toe met je aandacht. Je mag er zijn zoals je bent. Het is allemaal goed.
Je buik is eigenlijk een holte, een ontvangststation. Je bekken is als een schaal die ontvangt. Ik nodig je nu uit delen van jezelf daar te ontvangen, te ontmoeten. Die delen presenteren zich aan jou als kinderen. In jou leven nog steeds kinderen: spontane gevoelsdelen die bij jou horen.
Het eerste kind dat ik wil uitnodigen is het kind van blijdschap.
In jullie allen leeft een kind vol levensvreugde en levensmoed. Het is het deel van jou dat hier absoluut wilde zijn, hier op Aarde in dit leven. Dat dit leven wilde meemaken, dat durf had, lef, en kon genieten van alles wat het leven in een lichaam te bieden heeft.
Kijk eens of je dat kind kunt zien in die ontvangstruimte van je buik. Kijk eens wat het jou wil zeggen. Waarvan geniet dit kind het meest? Dat zegt iets over jou en waar jij het meest van houdt. Waar wordt dit kind heel blij en levenslustig van?
Nodig het nu uit om dichter bij je te komen.
Stel je voor dat je je hand uitreikt of een arm om het kind heen slaat. Dat je het verwelkomt en zegt: ’Wat fijn dat jij er bent. Dat jij mij de weg kan wijzen naar meer levensvreugde en plezier!’
Dit kind helpt jou ook om te ontvangen. Het weet dat het helemaal oké is om te genieten van het leven, dat het hier is om te leven, om alle aspecten van het leven te doorvoelen en als kind van God te genieten van overvloed, van rijkdom op alle terreinen. Dit kind weet dat het leven er is om gevierd te worden. Het gaat niet steeds om leren, groeien en ontwikkelen. Het leven is er ook gewoon om geleefd te worden, zoals een kind dat doet: in het moment, zonder te denken aan toekomst of verleden. Laat dit kind toe in je leven, in je buik. Maak er regelmatig contact mee. Als je het eenmaal hebt gezien, kun je het vaker uitnodigen om in je leven van alledag bij je te komen. Vooral als je aan het piekeren, aan het zorgen bent, als je met je gedachten in de toekomst zit of juist in het verleden, dan is het tijd om dit kind te vragen waar het zin in heeft: juist op zo’n moment. Dit kind helpt je om te aarden en goed bij jezelf te blijven.
Nu nodigen we een ander kind uit, ook een deel van jouzelf. Dit is een angstig kind, een kind dat veel angst in zich heeft verzameld en zich daar geen raad mee weet. Het is de drager van jouw angsten. Realiseer je: een kind is puur, het kan nog geen dammetjes bouwen, hekken of muurtjes plaatsen. Het voelt de angst direct en volledig. Dit kind wil gezien worden en wil bij je komen, want het heeft jouw hulp nodig. Jij bent de ouder van dit kind, de moeder en vader. Laat het maar komen. Kijk hoe het kind er uit ziet. Zie de verkramping of de spanning in het lichaampje; kijk eens wat jij wilt doen, wat jij kunt doen voor dit kind. Kniel bij hem of haar neer, strek je handen uit, en zeg: “Kom maar... bij mij ben je veilig. Je hoeft je niet te verontschuldigen voor je angsten. Ik begrijp ze. Leg ze maar bij mij neer.”
Voel je eigen kracht, nu je dit doet. Jij bent in staat de angsten van dit kind op te vangen. Jij bent in staat die angsten te overzien, er niet in te verdrinken. Je kunt je afvragen: hoe is dit mogelijk? Hoe kan ik weten of ik die angsten kan overstijgen? Welnu, er is een deel van jou dat die angsten overstijgt, dat vertrouwen heeft en moed. Vraag het blije kind in jou maar om er bij te komen, om er bij te gaan zitten en het bange kind te troosten. Blijf nu met je aandacht in het gebied van je buik, en zie die twee kinderen voor je zitten. Ze zijn allebei zo mooi en onschuldig, heel puur in hun verschijning. Het ene is niet beter of hoger dan het andere. Ze zijn allebei deel van het leven.
Dan gaan we nu naar het derde kind.
Dit kind is boos. Misschien zie je het voor je: met gebalde vuisten en rode wangen van drift.
Vaak hebben jullie in je leven je boosheid ingehouden. Die mocht er niet zijn. Niet van jezelf, niet van de omgeving, niet van de moraal en ook niet van de regels die je werden aangeleerd. Maar nu mag het wel! Dit kind mag zich laten zien. Het doet er niet toe waar het precies boos om was en of het gelijk had. Het gaat erom dat die boosheid er mag zijn! Dat jij het kind toestaat om boos te zijn.
Laat ook dit kind bij je komen. Nodig het uit. Vertel het: ik wil jou helemaal kennen. Jij hoort bij mij. Jij hoort erbij! In dit leven ben je gekwetst, heb je je afgewezen gevoeld, ben je teleurgesteld geraakt, en misschien ook ontevreden met het leven en de mensen. Dat mag er allemaal zijn, mag allemaal gezien worden. Woede en frustratie horen erbij, mogen er zijn.
Dit kind geeft je een belangrijke boodschap. Zeker in het gebied van de buik laat dit kind je zien waar je jezelf tekort hebt gedaan, niet voor jezelf hebt gesproken, je grenzen niet kenbaar hebt gemaakt.
Dit is een waardevol kind. Negeer zijn impulsen niet. Vraag het maar wat het jou wil vertellen. Vraag het wat het nodig heeft, waar het rustig van wordt.
Dit kind helpt je het veld van je buik beter te beheren, beter te doorgronden.
Wat wil ik? Wat heb ik nodig? Wat zijn mijn behoeftes? Dit kind heeft lef. Het durft deze vragen te stellen.
We hebben vandaag gezien hoe de energie, zeker die van vrouwen, geneigd is gefixeerd te raken op het geven, het zorgen voor, het inleven in, het bij de ander aanwezig zijn, het zich verbinden en daarin zichzelf vergeten; zichzelf op het tweede plan zetten vanuit het idee dat geven beter is dan ontvangen, of dat je moet geven om erkend te worden, om liefde te krijgen. Die overwegingen halen je weg uit je buik; die maken het boze kind in jou nog bozer. Dat kind heeft gelijk, want er klopt iets niet met de balans: die is scheefgetrokken.
Je hoeft niet zoveel te geven.
Hoe breng je die stromen van geven en ontvangen weer in evenwicht?
Door contact te houden met de kinderen in je buik, met alle drie: met het kind van de angst, het kind van de boosheid, en het kind van de blijheid.
Soms kun je merken dat je geeft vanuit angst om door de ander niet afgewezen te worden, om de harmonie te bewaren: dat zijn allemaal motieven van angst. Zodra je merkt dat je van daaruit geeft, wend je dan toe naar dat bange kind, en zeg het : je hoeft dit niet te doen… je mag stoppen met geven… ik zorg voor jou… je bent niet alleen… je bent veilig bij mij.
Wees je bewust van die dynamiek: van geven vanuit angst, vanuit angst voor eenzaamheid, vanuit angst voor afwijzing.
Je zult ook merken dat eenzijdig geven je uitput, dat je je dan leeg voelt. Je zult merken dat je vitaliteit wegvloeit, als je te veel geeft.
Het kind van de levensvreugde, het kind van de blijheid, kan je hier op wijzen. Wen jezelf eraan om het te vragen: Waar heb jij zin in? Wat is goed voor ons om te doen? Want het is niet fout of egoïstisch om jezelf dat te gunnen.
Levensvreugde en blijheid zijn een teken van innerlijke ontwikkeling. Dat druist in tegen een traditie waarin spiritualiteit werd geassocieerd met ernstig zijn, rechtschapen, gewetensvol, verantwoordelijk: allemaal van die zware mannelijke energieën.
Maar echte spiritualiteit is vol vreugde, vol van genieten en het leven omarmen. Houd dit voor ogen, als je weer eens te veel geeft, waardoor je je moe en uitgeput voelt. Keer dan terug naar dat kind in je buik dat contact heeft met ware spiritualiteit, met geaarde spiritualiteit.
En dan dat boze kind! Daar zijn jullie bang voor. Zeker vrouwen hebben er moeite mee dit kind toe te laten. Dit kind toelaten druist in tegen een oud beeld van vrouwelijkheid, een beeld van
vrouwen die gedienstig zijn, dienstbaar, gevend, lief, aardig, verzorgend.
Op dit boze kind rust een taboe! Maar juist dit kind kan jou zoveel geven. Het maakt je ervan bewust wanneer je ontrouw bent aan jezelf. Het maakt je bewust van je eigenwaarde en waar je die schaadt.
Als je dus in je leven van alledag boosheid voelt, of een afgeleide daarvan in de vorm van een irritatie, een gevoel van ongenoegen: verwelkom die gevoelens dan. Wimpel ze niet af! Schuif ze niet onder het tapijt omwille van “de goede vrede” , of omdat ze onprettig aanvoelen. Nee, ga er echt naar toe, en vraag dit kind in jou: waar ben je zo boos over? Vertel het me, laat het me zien! Neem dit boze kind serieus.
Om je levensweg, je pad te vinden, wachten jullie vaak op boodschappen van je ziel. Wees je ervan bewust dat je ziel tot jou spreekt via deze kinderen, via je buik, dus heel aards en tegelijk
heel krachtig en spontaan. Vanuit de stroom in je buik, via je emoties, via je innerlijke kinderen, krijg je doorlopend informatie.
Wat ik jullie luid wil toeroepen, is: NEEM DAT SERIEUS.
Zoek het niet te ver weg, niet te hoog.
Als je teveel in die hartstroom gaat zitten, val je precies in de valkuil waar we het over gehad hebben: die van teveel geven vanuit een oud karikaturaal beeld van vrouwelijke energie.
Maak juist contact met die rauwe emoties in de buik, met angst en woede, maar ook met blijheid, enthousiasme, en inspiratie. Dat zijn de ware gidsen waarnaar je op zoek bent.
Vanuit de traditie, onder andere door onderdrukkende vormen vanuit de religie, is jullie afgeleerd om te luisteren naar de kinderen in je buik.
Dit is een tijd van verandering. Jullie zijn een nieuwe geschiedenis aan het creëren. Jullie doorbreken oude taboes, en daarom eer ik jullie. Daarvoor ben je hier op Aarde. Voor jezelf, maar ook voor de collectieve energie van de mensheid. Om dit te veranderen. Om weer recht te doen aan het gebied van de buik. Om recht te doen aan de ware menselijkheid die we allemaal, vrouwen én mannen, met elkaar delen. Want ook in mannen zijn die innerlijke kinderen verdrukt geraakt. De vrouwelijke energie en de wond daarin, treft zowel mannen als vrouwen.
Zie dan nog één keer die drie kinderen bij je in je buik; beloof hen je trouw en je toewijding. Neem elkaars hand vast, jij en je drie kinderen. Voel de energie stromen. Voel wat zij jou geven. Voel hun puurheid, hun levenskracht, de waarheid die ze spreken, de duidelijkheid. Dat is pas echt informatie waar je iets aan hebt, informatie van binnenuit. Ontvang die van hen!
En zie ook wat jij hun geeft.
Als jij er echt voor hen bent, zien zij in jou hun gids, hun steun en toeverlaat, degene die naar hen luistert, die er voor hen is. Dat is wat jij hun geeft. En zij zijn heel gelukkig om dat te ontvangen.
Ze voelen zich dan gezien en erkend.
Dank je wel voor jullie aanwezigheid.
© Pamela kribbe