
Een uitnodiging bracht me bij de ‘omdenkshow’, lastige kinderen. Ik ben als moeder van drie tieners, met autisme en hoogbegaafdheid, wel bekend met het fenomeen lastige kinderen.
Dat hangt natuurlijk niet samen met hun labels, al werd de opvoeding daardoor wel bemoeilijkt. In bepaalde perioden nogal zwaar was. Dat is de korte versie, zonder hier verder in details te
treden. Maar goed. Dat is een boektrilogie waardig. Vertel mij dus wat over vervelende pubers. Boze tieners.
Vele complexe, gênante, onprettige, moeilijke, met name irritante en dwarse momenten in de ontplooiing van mijn kinderen verder, kan ik wel zeggen dat ik behoorlijk bekend ben met de titelinhoud
‘lastige kinderen’ van het betreffende theaterstuk. Een intensieve periode zit er bijna op. Zeg ik nu de jongste binnenkort alweer zeventien wordt. Dat zeker. Niemand, dan ook nobody, die
bij aanvang vertelt hoe moeilijk het grootbrengen van kinderen kan zijn, zeker als ze buiten het gangbare opvoedingsbootje vallen. Opvoeden vereist sowieso al een grote inzet, bergen met geduld,
doorzettingsvermogen, nog meer kalmte en vastberadenheid, flexibiliteit, oneindige elastische rek, waar je u tegen zegt, en des te meer. Maar hoezo, ‘omdenken’? Wat valt aan opvoedingsperikelen
en de daarbij komende deep shit anders over te denken? Wat valt daar nu aan te doen? Het is toch zoals het is. Je kinderen zijn zoals ze zijn. Er zit geen handleiding bij. Het komt
zoals het komt en daar kan je (zeg maar gerust) moet je als ouder toch mee zien te dealen en mee om leren te gaan? Dat er situaties zijn waarin je als moeder (en natuurlijk ook de papa, of
gezamenlijk als daar sprake van is) zuchtend en gedesillusioneerd op de bank neerploft, uitgeput neervalt, totaal ontredderd met de handen in de lucht heffend tot de conclusie komt: wat heb ik
het toch zwaarrrrrrrrrrr! Je zit in een mega opvoedingsdip en komt er vooralsnog niet meer uit. Je ziet letterlijk geen mogelijkheden meer het anders aan te pakken, tot oplossingen te komen,
alle opvoedingsstrategieën erop losgelaten te hebben, dan te berusten in het feit dat er achter jouw wolken voorlopig geen positieve zon meer schijnt. Het leven als ouder van ‘lastige kinderen’
gaat nu eenmaal niet over rozen. Misschien over rozen met stekels en doornen?
Ja, maar ik kan echt niet omdenken!
Ik was moe, had last van prikkels en dan moest ik ook nog, moest ja, want ik had het beloofd, mee naar een show met een titel waarvan ik dacht: wat moet dat nu worden? Sterker nog ik was
die betreffende avond zo vermoeid dat ik überhaupt niet meer kon nadenken. Het spijt me geweldig, maar ik wist totaal niet wat me stond te wachten. Wat ik er van moest denken. Omdenken. Omwegen,
dat kende ik. Omrijden ook, veelal met de kinderen op de achterbank. Omschakelen ook. Om het idee achter deze theatershow voor mezelf helder te krijgen moest ik even schakelen, via een omweg in
mijn brein. Ja-maar, ik was moe. Ja-maar, ik had last van overprikkeling. Ja-maar, ik had eigenlijk helemaal geen zin. Ja-maar, lastige kinderen? Help! Dat had ik wel gezien!!! Ik ging
voortaan voor de minder tenenkrommende moeder-kindmomenten. Kortom, mijn animo was ver te zoeken.
De zaal was tot de nok toe gevuld met verwachtingsvolle, veelal jonge moeders, verzorgers, onderwijzend personeel en zorgverleners. O ja, en sporadisch een verdwaalde vader. En drie grootvaders.
Dat is het vermelden hier meer dan waard. Die hadden zeker er wat voor over om hun koppige en balsturige (kleine) grut, hun kleinkinderen, in het gareel te krijgen. Dat noem ik nu eens een goede
instelling. Omdenkers pur sang. Die hadden, hen eigen wellicht beroerde en inspannende opvoedingservaringen met hun kinderschare ten spijt, al hun hoop geprojecteerd op hun jongere nakomelingen.
Hulde aan deze opa’s! Die dachten verder. Die waren trauma-overstijgend bezig. Die waren grensverleggend bezig. Dat denk ik dan weer. Het enthousiasme droop van de theatermakers af. Je zou denken
dat er zeker eentje een diagnose ADHD had, maar goed ik ben geen deskundige. Het is puur een gevoel, wat ik al balancerend op het puntje van mijn theaterstoel, had. Niettemin, vanaf het
eerste moment had de show me te pakken. Al was het wel dat ik wel wakker moest blijven om het tempo van de presentator te kunnen bijhouden. Kijk, dat lag niet aan de show hoor. Nee, ik was moe en
zo. De theorie achter het omdenken werd snel duidelijk “maak van een probleem een mogelijkheid”.
Toen had de missie van de theatermakers mij helemaal te pakken. De filosofie achter het programma, de denkwijze van de makers pasten in mijn straatje. Ik dacht mijn hele moedercarrière al anders!
Een gouden concept dat werkt als je maar je positieve flow laat lopen, ook al zit het soms, in jouw opvoedings- en ouderloopbaan, enorm tegen. Houd de moed erin tot het bittere einde. De
schouders eronder. Altijd op zoek naar andere manieren en mogelijkheden om de taak, met nimmer aflatende inzet, als ouder te kunnen volbrengen.
Outside the box’ – denken
Ik heb even de term, voor de zekerheid dat mijn koppeling en betekenis de juiste is, door Google gehaald en het outside the box thinking is niets anders dan buiten de geijkte kaders
denken. Een trendgevoelige management-kreet die niets anders inhoudt dan buiten jouw doosje van mogelijkheden en kaders te denken. Dat je niet in problemen blijft denken, ja-maar als
argument gebruikt, maar in kansen, methodes en/of een andere aanpak overweegt, gaat hanteren of invoeren. Buiten jouw bestaande denkkaders te treden. In concreto buiten jouw arsenaal van gangbare
opvoedingstechnieken te denken. De filosofie van de theatermakers is niet iets nieuws. Voor mij althans niet. Ik weet niet beter met mijn voltallige autismegezin dan dat ik jarenlang buiten de
gebaande paden heb moeten lopen. Buiten de reguliere opvoedingsrichtlijnen en strategieën heb moeten treden. Het opvoedingswiel elke keer weer opnieuw zelf heb moeten uitvinden. Met mijn gezin is
het standaard outside the box-denken. Hoe vaak ik niet met mijn handen in het haar heb zitten brainstormen. Naar creatieve oplossingen heb gezocht. Mogelijkheden onderzocht. Andere visies,
inzet en manieren erop los heb gelaten. Ontelbare keren. Tot ik er zelf een punthoofd van kreeg, zodat ik geen omdenkweg meer kon bedenken. Geen perspectief meer zag. Niets meer uit mijn denktank
kon krijgen. Geen outside the boxresultaat uit mijn vertroebelde hersens meer zag voortvloeien. Dat zelfs mijn altijd creatief ontspruitend brein, mijn nimmer aflatende positieve kijk en
flow, tot stiltand kwam. In een impasse zat. Tot een tijdelijke sabbatical was gekomen. Dat er geen enkel vernieuwend opvoedingsidee uit mijn kokertje kwam. De box was leeg gedacht. Tot op de
bodem.
Toch wist ik me vaak op zulke momenten weer snel bij de kladden te pakken, want de gezinsfabriek moest blijven draaien en mijn aller-eigenste denktank, immers ik was de adviseur van mezelf, moest
productief blijven. In beweging. Let’s move on. Niet stoppen op de route van de immense zorgtaak in mijn autisme universum. Opvoedingsperikelen waren aan de orde van de dag. Calamiteiten soms
ook. Het voorliggende probleem zou en moest opgelost worden. Ik dacht kortom altijd in oplossingen van moeilijkheden, struikelblokken en problemen. Bergen werden heuvels en hindernissen werden
hobbels. Het is maar hoe je het wilde zien en hoe je er tegenover stond. De kracht van positief outside the box denken had direct gevolg.
Helikopterview

Ja-maar…-argumenten kwamen derhalve niet op mijn to do-list voor. Nog steeds niet. Ik dacht in oplossingen, dat doe ik nog steeds. Ging voor de vrucht van mijn herseninspanningen. Voor het rendement van mijn inzet. Buiten het doorsnee doosje. In mijn gehele systeem van Zijn denk ik standaard buiten het geijkte. Ook al was ik emotioneel verweven met het probleem. Natuurlijk raakt je zoiets. Ik ben als no-nonsense-mens en als moeder niet van beton. Al heb ik zelf een vorm van autisme. Gevoel genoeg hoor. Van emoties probeerde ik mezelf los te koppelen. Dat als eerste stap. Nam daar (wat) afstand van en plaatste mezelf boven de kwestie, het dilemma dan wel de calamiteit. Als een helikopter als het ware cirkelde ik over de ontstane problematiek heen en keek met een scherpe blik naar hetgeen ik zag, opmerkte en nam de situatie in mij op. Met deze kennis maakte ik vervolgens het probleem inzichtelijk. Zodra ik dat helder en duidelijk had, focuste ik me wat er nodig was. Akkefietjes liet ik buiten beschouwing en richtte me op de kern van de ontstane probleemsituatie. Wat er geregeld moest worden. Ik zag dat vaak als een uitdaging. En zie. Geen oplossing was mij te gek of te dol. Ik heb met deze ‘tactiek’, deze helikopterview, door alle hindernissen heen weten te laveren. De auti-gezinsboot draaiende weten te houden. Inclusief zelf op de been zien te blijven. Ik heb altijd datgene gedaan wat mij een goed gevoel gaf, wat ik dacht dat goed voor de kinderen was en zodra ik bemerkte dat iets werkte dit ook zeker vast bleef houden. Koste wat kost. Wat niet werkte, werd gelijk afgezegd, gestopt of de laan uitgestuurd. Stante pede. Zonder probleem. Daar hoefde ik niet over na te denken. Zeker geen omdenkstrategie op los te laten.
Acceptatie als uitgangsbasis
Vernieuwend denken, buiten het boekje, doosje of anders denken is, naar mijn mening, echt niet nieuws. Omdenken als nieuwe zienswijze is achterhaald. Voor mij althans. De praktijk in mijn gezin dwong me wel anders te kijken, andere wegen te bewandelen, mijn inzet en opvoeding bij tijd en wijle te evalueren. Ik hoefde niet af te wachten om te gespiegeld te krijgen of iets wel of niet werkte. Dat werd me wel direct duidelijk. Instant. Dat liet het gedrag van de kinderen wel aanstonds zien. Niet out of the blue. Uitgangspunt bij mij was dat ik immer mijn kinderen heb geaccepteerd hoe ze zijn. Met hun mooie kanten maar zeker ook met hun onhebbelijkheden. Autisme of niet. Lastige kinderen bestaan niet. Kijk verder dan het gedrag wat ze laten zien. Er is altijd wel een achterliggend probleem. In plaats van je te focussen op het, voor jou, onacceptabele gedrag kan je je beter richten op wat de oorzaak van de gedragsproblematiek is. Wat het theaterprogramma duidelijk wil maken, is dat we met een andere manier van denken de lastige kanten van het opvoeden eraf kunnen halen. Dat je in mogelijkheden denkt. Vanuit acceptatie. Buiten de standaarden, buiten de geijkte aanpak en buiten de gangbare methodes. Je kan als ouder, verzorger, hulpverlener het jezelf moeilijk blijven maken door vast te houden aan datgene wat jij denkt dat de mogelijke oplossing voor de moeilijkheid, obstakel of akkefietje is. Hier angstvallig vast aan proberen te houden (dat kén je namelijk), totdat jouw aanpak of methode je dagelijks tot grote frustraties brengt. Frustratiemomenten ten top. Tot (opvoedings-)calamiteiten. Is dat het je waard? Heb je dat ervoor over? Door vast te houden aan eigen ideologie. Het serieuze probleem van opvoeden is mijns inziens gelegen in wat wij denken wat moet gebeuren. We hebben vaak een opvoedingsvisie mét oogkleppen op. Dat jij vindt wat jouw kind moet doen, hoe dit moet gebeuren en wat voor gedrag jouw spruit, jouw koter moet laten zien. Accepteer je kind hoe hij/zij is! Transformeer jouw gedachten en denk anders. Mijn dochter met autisme is op haar zestiende meegegaan met een uitwisselingsreis naar Mallorca. Was reuze spannend. Voor mama. Precies. Voor mij als moeder! Niet voor haar. Die had the time of her life! Ik heb samen met haar gesolliciteerd bij een postbezorgingsfirma. Het zat tegen tijdens de vele sollicitaties die ze deed en ze werd nergens aangenomen. Voor de grap liet ik me ontvallen “zal ik eens bij dat bedrijf solliciteren?” Ik zette mijn woord met daadkracht bij. Vervolgens praatte ik zo dat we met zijn tweeën op gesprek mochten komen. Ik had er geen zin doch deed het om haar op weg te helpen. Yep, ze werd aangenomen. Ik ook zelfs. Samen. Tot mijn grote verassing. Gedeelde bezorgwijk. Eerste paar keren meegefietst. Nu doet mevrouw het geheel zelfstandig. Kind is nog wekelijks blij. Het buiten de doos denken heeft ons gezin in veel hachelijke maar ook hilarische situaties gebracht. Niks relativeert trouwens beter dan humor. Dat was dan ook weer mooi meegenomen. Die konijnengezinsuitbreiding komt er. Nu nog een ram ergens lenen. Ach weet je, over twee jaar zit ze misschien al op kamers. Dan is die wens voor een konijnen gezinsuitbreiding voor altijd over, vanuit haar. Bij mij zeker. Als die hard en ervaringsdeskundige bij uitstek kan ik zeggen dat het zogenaamd ‘omdenken’ meer dan de inzet waard is. Het heeft mijn leven gekleurd. Dus wat let je. Go for it. Denk outside the box! Kijk waar het jou en je gezin brengt.
My Happy Soul
